Van Jules Verne tot Herman Melville: deze avonturenromans moet je volgens ons lezen

Vanwege het plot en de hoeveelheid actie krijgen avonturenromans al snel de stempel jeugdliteratuur toebedeeld. Het hoofdpersonage gaat op reis, staat vervolgens voor hete vuren, raakt verzeild in levensbedreigende situaties, maar overwint uiteindelijk alle obstakels en keert terug naar huis om daar onthaald te worden als een held. Toch hebben heel wat schrijvers intussen bewezen dat veel avonturenromans die stempel zeker niet verdienen. We maakten daarom een overzicht van de avonturenromans die je absoluut een keer gelezen moet hebben en waarvoor alle heersende vooroordelen absoluut niet gelden.

De avonturenroman is niet weg te denken uit de literatuurgeschiedenis. Vanaf halfweg de negentiende eeuw, en dus vanaf het moment waarop literatuur toegankelijk werd voor de grote massa, werden er heel wat avonturenromans geschreven. Grote namen uit die tijd zijn zonder twijfel Alexandre Dumas, Jules Verne en Victor Hugo. Maar ook vandaag is het genre nog immens populair en worden er vrijwel dagelijks nieuwe avonturenromans op ons losgelaten. Het genre heeft zich zelfs sterk weten te ontwikkelen; uit de klassieke avonturenroman en boeken als Reis om de wereld in tachtig dagen of Defoe’s Robinson Crusoe zijn doorheen de tijd heel wat subgenres ontstaan.

Voor dit overzicht hebben we acht werken geselecteerd die het genre van de avonturenroman gevormd of veranderd hebben. Van de oerklassiekers van Jules Verne tot de nautische fictie van Herman Melville. 


Nummer één!
Geheel terecht is Jules Verne (1828-1905) volgens veel liefhebbers en critici een van de oervaders van de avonturenroman. De Franse schrijver wijdde zijn hele schrijverschap namelijk aan het schrijven van avontuurlijke reizen en was daarin bepalend door de nieuwe schrijftechnieken die hij daarvoor ontwikkelde. Misschien kan je Jules Verne en de avonturenroman wel vereenzelvigen.

Verne legde zichzelf vanaf het begin van zijn schrijverschap een Spartaanse werkwijze op. Hij stond rond vijf uur op om aan zijn boek te werken. In de middag was hij in een bibliotheek te vinden om zich te documenteren door boeken en tijdschriften. Hij bracht heel wat uren door in Nantes in de Bibliothèque National en te Amiens in de leeszaal van de Société Industriel. Zo vormde hij een verzameling van 20.000 fichekaarten, waaraan hij voor zijn verhalen informatie ontleende. Die toewijding leverde Verne een omvangrijk oeuvre op van meer dan zeventig romans waaronder klassiekers als Twintigduizend mijlen onder zee (1869), Reis om de wereld in tachtig dagen (1872) en De schipbreukelingen van de Jonathan (1897).

Na enige twijfel over welk boek van Verne we moesten selecteren voor dit overzicht, hebben we toch gekozen voor zijn grote doorbraakroman Naar het middelpunt der aarde (1864). In het boek ontcijfert Axel, de neef en leerling van professor Otto Lidenbrock, bij toeval een geheimschrift. Daarin heeft een zestiende-eeuwse geleerde uit IJsland beschreven hoe het middelpunt der aarde bereikt kan worden. Professor Lidenbrock, die geoloog is, is niet meer te stuiten en vertrekt met zijn tegenstribbelende neef naar IJsland. Samen met Hans, een IJslandse gids, dalen ze af in een vulkaan, waar het begin van de weg te vinden zou zijn.

 

Tijd voor nummer twee! De tweede avonturenroman die we opnemen in dit overzicht is de Odyssee van Homerus. En ja, strikt genomen is de Odyssee van Homerus natuurlijk helemaal geen roman, maar dat het boek een plekje verdient in dit overzicht met avonturenromans staat volgens ons buiten kijf. Het epische dichtwerk dat opgedeeld is in vierentwintig lange zangen is namelijk het typevoorbeeld van het plot van een avonturenroman en diende daardoor ook als de eerste en grootste invloed voor zo goed als alle schrijvers van avonturenromans. Alleen al de eerste twee versregels – Bezing mij, o Muze, de vindingrijke man, die zeer veel rondzwierf, nadat hij de heilige stede van Troje verwoest had. – bevatten alle essentiële genre-elementen van de avonturenroman.

De Odyssee vertelt het verhaal van de zwerftocht van Odysseus op en rond de Middellandse Zee na afloop van de tienjarige Trojaanse Oorlog. In het dichtwerk beleef je met Odysseus zijn laatste 41 dagen van zijn eveneens tien jaar durende omzwervingen op weg naar zijn thuiskomst op het eiland Ithaka. De reden voor zijn lange terugreis ligt bij de goden en specifiek Poseidon die heerst over de zeeën en wateren. Poseidon heeft namelijk een bloedhekel aan Odysseus omdat die zijn zoon Polyphemus blind had gemaakt en besluit het Odysseus na de Trojaanse Oorlog zo lastig mogelijk te maken om terug te keren naar zijn vrouw en kinderen.

Nummer drie alweer! Dat plekje hebben we gereserveerd voor Robinson Crusoe van Daniel Defoe. Heel wat klassieke avonturenromans kregen in het verleden zoveel navolging, dat er een subgenre naar werd vernoemd. Wanneer je op Google zoekt naar Robinsonade, krijg je hele overzichten met romans die de mosterd gehaald hebben bij Daniel Defoes klassieker. Volgens schrijver James Joyce is Robinson Crusoe doorheen de geschiedenis zelfs het symbool van het Britse Rijk geworden. Dat het boek zo’n status heeft verkregen en heeft kunnen uitgroeien tot een inspiratiebron, heeft in eerste instantie te maken met het pionierswerk dat Defoe onbewust heeft verricht met het schrijven van Robinson Crusoe. Hoewel er altijd over dit soort feiten gediscussieerd wordt, zou Robinson Crusoe een van de eerste boeken zijn die geschreven is in de ik-vorm. Nog opmerkelijker is dat Robinson Crusoe de eerste roman ooit is die in het Engels is gepubliceerd en daarmee aan de grondslag ligt van de Engelstalige literatuur.

Hoewel er veel pioniers zijn geweest die verloren zijn geraakt in de annalen van de geschiedenis, heeft Defoe van in het begin succes weten te vergaren. En dat had alles te maken met het jaar en de tijdsgeest waarin Robinson Crusoe verscheen; Defoe schreef Robinson Crusoe (1719) namelijk in een tijd waarin de industrialisering van de economie en de bloeiperiode van het kolonialisme hoogtij vierden. De ontdekking en onderwerping van verre gebieden deed veel Europeanen dromen van een totaal ander, avontuurlijk en heldhaftig leven. Maar waar veel mensen niet over de middelen beschikken om op reis te gaan, namen ze Robinson Crusoe te hand om toch te ontkomen aan hun grijs leven.

Robinson Crusoe is opgevat als een dagboek en vertelt het avontuur van Crusoe zelf die tegen de wil van zijn ouders in een avontuurlijke zeereis onderneemt. Onderweg beleeft hij niet één maar verschillende schipbreuken, wordt hij beroofd door piraten en valt hij in handen van een Moorse slavendrijver. Alle keren kan hij echter ontkomen en slaagt hij erin om zijn dagboek en bijbel droog te houden. Als plantage-eigenaar in Brazilië wordt hij zelf slavenhandelaar en kiest hij weer het ruime sop, tot een hevige storm zijn fregat op een eiland gooit. Met de overblijfselen van het wrak bouwt hij daar een nieuw leven uit. Na nog veel meer hallucinante avonturen keert Crusoe uiteindelijk terug naar Engeland.

Doorheen de geschiedenis is het verhaal ontelbaar keer geadapteerd. Er werden tal van kinderboeken over Robinson Crusoe gemaakt en het verhaal wordt nog steeds met enige regelmaat verfilmd. Opvallend daarbij is dat veel van deze adaptaties maar een ingekorte versie zijn van het origineel; de passages over slavernij worden bijna nergens vernoemd of overgenomen. Toch zijn er heel wat interessante versies en herwerkingen te vinden. De Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee waagde zich in 2003 bijvoorbeeld ook aan het verhaal van Crusoe met zijn roman Mr. Foe en Mrs. Barton. In het verhaal spoelt Susan Barton aan op het eiland waar Cusoe en Vrijdag – de slaaf die Crusoe gered heeft van de kannibalen –, en neemt Vrijdag later mee naar Londen.


We zijn halfweg met nummer vier oftewel Gullivers reizen van Jonathan SwiftGullivers reizen is een satirische avonturenroman waarin het hoofdpersonage dat niet bij naam genoemd wordt – de naam Lemuel Gulliver is het pseudoniem waaronder de Ierse prozaschrijver en satiricus Jonathan Swift (1667-1745) dit werk uitbracht – in vier verhalen over vier reizen per toeval in onbekende oorden terechtkomt. Delen van Gullivers reizen werden herwerkt naar kinderverhalen, maar het werk is in de eerste plaats een scherpe satire op de Engelse (en in het verlengde daarvan Europese) samenleving, het hof, de wetenschap en de menselijke moraal. De roman was lang controversieel vanwege zijn antimaatschappelijke inhoud. Maar wie het leest om zijn kritische en correctieve bedoelingen doet het boek te kort: de fantasie, de humor en de sprookjesachtige sfeer maken het tot veel meer dan een politiek pamflet.


Samen met onder meer Alexander Pope was Swift medeoprichter van de Scriblerus Club, een groep schrijvers die bijeenkwam in een Londens koffiehuis. Samen creëerden ze het personage Martinus Scriblerus dat in zijn memoires pretentieuze geleerdheid en wetenschappelijk jargon door middel van satire aan de kaak wilde stellen. Scriblerus heeft onmiskenbaar invloed gehad op Gullivers reizen, wat met name in het derde verhaal over het eiland Laputa naar voren komt. Dat derde verhaal heeft op zijn beurt weer invloed gehad op latere fictie.

Zo wordt er in Dr. Strangelove van Stanley Kubrick een bombardement uitgevoerd op het Russische schiereiland Laputa en gaat Studio Ghiblis Castle in the Sky over een magisch vliegend eiland. Ook naar de andere verhalen zijn latere verwijzingen te vinden. Uit Swifts correspondentie blijkt dat hij aan Gullivers reizen begon tegen het einde van 1720, en het voltooide in het najaar van 1725. Het werk was vanaf het moment van verschijnen een succes en is dat sindsdien gebleven. Het wordt beschouwd als Swifts meesterwerk en als een klassieker in de Engelstalige en in de wereldliteratuur.

Moby Dick van Herman Melville is nummer vijf in ons lijstje. Het verhaal van Herman Melville is uitgegroeid tot een van de bekendste verhalen ooit geschreven. In Moby Dick sluit zeevaarder Ismaël zich, ondanks angstaanjagende voorspellingen, aan bij de bemanning van kapitein Achab, die op het punt staat te vertrekken op een obsessieve walvisjacht. Voor Achab, die ooit verminkt is door de witte potvis Moby Dick, is het een wraaktocht. Blind voor de waanzin van zijn plan enet immense felheid betreedt hij gevaarlijke wateren, en weigert hij zich door de krachten van de natuur te laten tegenhouden.

Hoewel het boek is uitgegroeid tot een klassieker, was de great American novel in eerste instantie een grandioze flop. Niemand nam het boek serieus en het werd in de media lacherig van de hand gedaan. Achteraf bekeken was Melville zijn tijd ver vooruit; zijn taal was weelderig en elk hoofdstuk in Moby Dick heeft een andere vorm. Ook diende het boek als inspiratie voor schrijvers als Ernest Hemingway bij het schrijven van De oude man en de zee en werd er een subgenre rond het boek opgebouwd: de wereld van de nautical fiction, oftewel romans die zich bijna uitsluitend afspelen op zeeën of wateren.


Boek nummer zes is een recente roman: Het meten van de wereld van Daniel Kehlmann. Het verschijnen van Het meten van de wereld was in Duitsland een sensationele gebeurtenis. Het boek van de daarvoor nog onbekende Kehlmann stond meer dan een jaar onafgebroken op de hoogste positie in de bestsellerlijsten en er gingen in totaal meer dan anderhalf miljoen exemplaren over de toonbank. Wereldwijd was het zelfs het op één na best verkochte boek uit dat jaar.

Maar waar kwam dat succes zo plots vandaan? Hoewel het analyseren van een bestseller veelal geen exacte wetenschap is, heeft het in eerste instantie toch veel met het verhaal te maken. In Het meten van de wereld voert Kehlmann twee genieën op: Alexander von Humboldt en Carl Friedrich Gauss, die onafhankelijk van elkaar het absurde plan hebben bedacht de wereld op te meten. Alexander baant zich een weg door jungle en woestijn, beklimt vulkanen en ontmoet kannibalen. Carl verkrijgt dezelfde resultaten zonder zijn geboorteplaats ooit te verlaten. Kehlmann beschrijft hun verlangens en zwakheden, hun zoektocht naar balans tussen eenzaamheid en liefde, absurditeit en grootsheid, mislukking en succes.

Een tweede parameter voor het succes van Het meten van de wereld, werd door veel critici geweten aan de unieke schrijfstijl van Kehlmann. Kehlmann zou volgens velen de avonturenroman opnieuw uitgevonden hebben. Nooit eerder, werd gezegd, had een auteur de avonturenroman gecombineerd met veel elementen uit het magisch realisme, verwant aan Latijns-Amerikaanse schrijvers als Gabriel García Márquez. Kehlmann speelt in zijn boek met werkelijkheden en zoekt steeds de grenzen van de realiteit. Ook doorspekt hij het hele verhaal van de twee genieën met heel wat humoristische passages en neemt hij soms. in functie van de spanning in het verhaal, een loopje met de feiten.

Sinds het verschijnen van Het meten van de wereld verscheen het boek intussen in meer dan veertig landen. Kehlmann werd na het succes van Het meten van de wereld bekroond met onder meer de Per-Olov-Enquist-Preis en de Thomas-Mann-Preis.

Het voorlaatste plekje en dus nummer zeven reserveren we voor Het strand van Alex GarlandHet strand is een avonturenroman van de Engelse auteur en filmmaker Alexander Medawar Garland (1970). Zich afspelend in Thailand, vertelt zijn werk over een jonge backpacker die op zoek gaat naar een legendarisch, idyllisch en geïsoleerd eiland dat geen toeristische bezoekers kent. Hoofdpersonage Richard krijgt een routebeschrijving van een psychisch gestoorde Schot die zichzelf Daffy Duck noemt en kort daarna zelfmoord pleegt. Om niet alleen verder te reizen, sluit de jonge backpacker een vriendschap met een Frans koppel. Garland neemt de lezer mee op hun weg naar het ongerepte paradijs en verhaalt over hun ervaringen wanneer ze aldaar een zelfvoorzienende gemeenschap van backpackers vinden die al hun banden met de wereld doorsneden.

Nick Hornby noemde Het strand “Lord of the flies voor generatie X”, in het Nederlands ook wel de ‘verloren generatie’ genoemd. Kenmerken die toegekend worden aan deze generatie, die te maken kreeg met massale jeugdwerkloosheid en vanwege het gevaar van aids het einde van de seksuele vrijheid meemaakte, zijn onder andere postmaterialisme, het bewust op zoek gaan naar een betere toekomst en dat samen willen doen. Deze kenmerken zijn duidelijk te herkennen in Garlands werk, waarin de utopische zoektocht naar een onontdekte wereld symbool staat voor de potentie van een samenleving om los te komen van de normen en waarden van vorige generaties en de problematiek die daarbij komt kijken.

Afsluitend hebben we nog leestip nummer acht voor je: Armada van Ernest Cline, waarmee we aantonen dat de avonturenroman ook navolging heeft gekend in het populaire genre science fiction met post-apocalyptische samenlevingen, buitenaardse invasies, robots en milieurampen. Het genre science fiction ontstond bijna drie eeuwen geleden, in een tijd van grote vooruitgang in de wetenschap. Sindsdien hebben auteurs geprobeerd hun wereld te begrijpen door zich voor te stellen hoe de toekomst eruit zal zien. Een bekend voorbeeld daarvan is Armada van de roman- en scenarioschrijver Ernest Cline, die zich liet inspireren door de science-fiction avonturenfilm The Last Starfighter (1984).

Armada vertelt het verhaal van Zack Lightman die nooit veel om de werkelijkheid heeft gegeven. Hij heeft een grote voorliefde voor de talloze science fiction films, boeken en videogames die hij zijn leven lang heeft geconsumeerd. Maar al te vaak betrapt hij zichzelf op de wens dat er een fantastische, onmogelijke, wereldveranderende gebeurtenis zou komen om hem mee te nemen op een groots ruimtevaartavontuur. Wanneer hij een ufo ziet, weet hij dan ook zeker dat zijn jaren van escapisme eindelijk zijn omgeslagen in waanzin. Vooral omdat het buitenaardse schip recht uit zijn favoriete videospel komt, een vluchtsimulator genaamd Armada waarin gamers de aarde beschermen tegen buitenaardse indringers. Voor Zack er erg in heeft, bevindt hij zich middenin een heldhaftige strijd waarin het overleven van de mensheid op het spel staat.

 

Dit artikel werd geschreven door Robin Hagemans en Jochen De Vos en gepubliceerd op 15 juli 2024. Naast een voorliefde voor avonturenromans lezen ze evengoed de essays van Susan Sontag en de historische romans van Orhan Pamuk. Robin en Jochen zijn de twee gezichten achter Cosimo. Naast dagelijks koffie serveren en de mooiste boeken verkopen in hun boekhandel, geven ze ook vergeten klassiekers opnieuw of voor het eerst in het Nederlands uit. Laatst verscheen nog deze vergeten novelle van Klaus Mann in een eenmalige oplage van 750 exemplaren.