Nieuw boek
Oefeningen in nederigheid
In zijn jeugd speelden voor Gamal Fouad, zoon van een Egyptische vader en een Nederlandse moeder, zijn naam en afkomst geen rol van betekenis. Hij groeide op in twee werelddelen, in een bicultureel gezin, hij was zwart én wit. Maar tegenwoordig is de segregatie er in Nederland niet minder op geworden. Dat merkt hij bij het kiezen van een school voor zijn kinderen, en dat ziet hij als zijn vrouw in het ziekenhuis halal eten voorgezet krijgt, alleen vanwege hun achternaam. En het valt hem op bij reacties op het feit dat zijn grootouders in een Japans interneringskamp hebben gezeten – alsof dat door zijn Arabische achtergrond niet mogelijk is. Terwijl hij zijn migratie- en familiegeschiedenis aan zijn dochter en zoon vertelt, maakt hij de stand van zaken in onze huidige samenleving op.