Twee mannen komen, los van elkaar, op het absurde plan om de wereld op te meten. De ene, baron Alexander von Humboldt, baant zich een weg door de jungle, beklimt de hoogste berg, kruipt in de diepste spelonken en ontmoet kannibalen. De andere, de wiskundige Carl Friedrich Gauß, verkrijgt dezelfde meetresultaten, al verlaat hij zijn kleine Duitse geboortestad nooit. Eén keer ontmoeten ze elkaar – oud, beroemd en een beetje zonderling geworden. Gauß is nog amper uit zijn koets gestapt of het bekvechten neemt een aanvang. Vol vaart en met veel humor schetst Daniel Kehlmann in deze filosofische avonturenroman het leven van twee genieën.