Nieuw boek
De graankorrel
Halverwege zijn levensweg schildert André Gide (1869-1951) een zelfportret, Si le grain ne meurt, nu vertaald als De graankorrel. Het is een portret van de schrijver als jongeman, dat eindigt op zijn vijfentwintigste, bij de verloving met zijn nichtje Madeleine, kort na de dood van zijn moeder. Het sympathieke van dit zelfportret is de genadeloze eerlijkheid: als iemand Gide zou willen afmaken vindt hij er alle argumenten door Gide zelf aangedragen. Al op de eerste bladzijde meldt hij dat hij zich als jongen onder het tafelkleed met het zoontje van de conciërge overgeeft aan ‘kwalijke gewoonten’. Hij beseft terdege dat hij zichzelf door zijn openhartigheid kan schaden: ‘Ik voel nu al hoe het tegen me gebruikt zal worden. Maar mijn verhaal heeft alleen zin als het waarheidsgetrouw is.’