Deze 22 boeken moet je lezen volgens F. Scott Fitzgerald
In 1936 onderneemt F. Scott Fitzgerald een van zijn laatste pogingen om te herstellen van zijn alcoholverslaving waarvoor hij op dat moment al acht keer in het hospitaal is opgenomen. Fitzgerald verblijft daarvoor een periode in het hotel Asheville’s Grove Park Inn in North Carolina. In dit hotel raakt hij op een avond in gesprek met zijn verpleegster Dorothy Richardson, die Fitzgerald vooral gezelschap moest houden om ervoor te zorgen dat hij niet naar de fles greep. Hij dicteert aan haar een lijst met de tweeëntwintig boeken – van Marcel Proust tot Guy de Maupassant – die je naar zijn mening absoluut eens gelezen moet hebben. Wij publiceren het volledige overzicht om je te inspireren bij het uitzoeken van je volgende leesavontuur.
Als een sprookje, zo verlopen de roaring twenties voor de Amerikaanse auteur F. Scott Fitzgerald (1896-1940). Niet alleen slaagt hij er als prille twintiger in om te debuteren als schrijver, ook vergaart hij meteen een grote bekendheid. Van zijn debuutroman This Side of Paradise (1920) gaan alleen al in de Verenigde Staten veertigduizend exemplaren in een paar maanden over de toonbank en twee jaar later doet hij dat losjes over met The Beautiful and Damned. Zijn succes neemt in de jaren na de publicatie van zijn eerste romans nog grotere proporties aan. Meer dan een schrijver wordt Fitzgerald een publiek figuur en voor velen is hij de verpersoonlijking van de American dream.
Met de opbrengsten van zijn romans reist hij samen met zijn vrouw Zelda naar Europa. Ze wonen er een tijdlang in Parijs, waar ze in aanraking komen met generatiegenoten als Ernest Hemingway, John Dos Passos en Ezra Pound die de stad in die periode ook hun thuis noemen. Het is tijdens zijn verblijf in Europa dat Fitzgerald begint te schrijven aan De grote Gatsby.
Maar nadat hij de roman in 1925 heeft afgerond gaat het plots bergafwaarts; het sprookje lijkt stilaan afgelopen. De grote Gatsby wordt in tegenstelling tot zijn eerdere werk niet door iedereen positief onthaald. Ook zijn huwelijk met Zelda staat onder spanning, onder andere omdat het psychisch steeds slechter met haar gaat en hun inkomen ernstig terugvalt en daardoor ontoereikend is geworden voor de exuberante levenswijze die ze er dankzij de eerdere successen op na hielden. Waarschijnlijk in een poging zijn problemen te verdrinken, ontwikkelt Fitzgerald een alcoholverslaving. Hij worstelt meermaals met depressies. Uiteindelijk wordt bij Zelda schizofrenie vastgesteld en wordt ze de daaropvolgende jaren opgenomen in verschillende psychiatrische klinieken. Over zijn moeilijke jaren – dit is maar het topje van de ijsberg – schrijft Fitzgerald onder andere in zijn roman Teder is de nacht die uiteindelijk pas in 1935 wordt gepubliceerd.
Een jaar later, in 1936, onderneemt F. Scott Fitzgerald een van zijn laatste pogingen om te herstellen van zijn alcoholverslaving waarvoor hij op dat moment al acht keer in het hospitaal is opgenomen. Fitzgerald verblijft daarvoor een periode in het hotel Asheville’s Grove Park Inn in North Carolina, voornamelijk omdat zijn vrouw Zelda in een nabijgelegen ziekenhuis is opgenomen. In dit hotel raakt hij op een avond in gesprek met zijn verpleegster Dorothy Richardson, die Fitzgerald vooral gezelschap moest houden om ervoor te zorgen dat hij niet naar de fles greep. Hij dicteert aan haar een lijst met de tweeëntwintig boeken die je naar zijn mening absoluut eens gelezen moet hebben.
Het resultaat is een uniek overzicht dat niet alleen een bron van inspiratie is voor iedere literatuurliefhebber, maar je ook meer kan vertellen over de schrijver en persoon F. Scott Fitzgerald. In het overzicht vind je naast een heleboel Amerikaanse auteurs ook heel wat klassiekers van Franse auteurs als Stendhal en Guy de Maupassant, die Fitzgerald allemaal las in de jaren dat hij in Parijs woonde. Opmerkelijk is overigens de afwezigheid van zijn vrienden en collega-schrijvers Ernest Hemingway en James Joyce die hij meermaals openlijk bewonderde. De enige auteur die meer dan eens in het overzicht voorkomt, is Marcel Proust.
1. Een poppenhuis (1879) van de Noorse schrijver Henrik Ibsen waarin vrouwenemancipatie en specifiek de maatschappelijke positie van de getrouwde vrouw ter discussie worden gesteld. Het verhaal, voornamelijk bekend als toneelstuk, speelde een belangrijke rol in de opkomst van de vrouwenbeweging.
2. Zuster Carrie (1900), de debuutroman van de Amerikaanse auteur Theodore Dreiser. De roman vertelt het verhaal van een vrouw die van het platteland naar de grote stad trekt en was, net als het andere werk van Dreiser, een rechtstreekse inspiratiebron voor veel verhalen van F. Scott Fitzgerald.
3. Ernan Renan zijn boek Het leven van Jezus (1863) waarin de Franse filosoof betoogde dat het leven van Jezus op dezelfde wijze geschreven en onderzocht zou moeten worden als van welke mens dan ook. Ook zou de bijbel aan hetzelfde kritische onderzoek onderworpen moeten worden als andere historische documenten. Deze stellingname wekte veel verzet op bij de Kerk. Paus Pius X noemde Renan 'De blasfemist van Europa'. De Franse minister van Onderwijs Vicor Duruy verbood Renan nog langer les te geven.
4. De bundel kortverhalen Winesburg, Ohio (1919) van Sherwood Anderson. Voor kenners van F. Scott Fitzgerald komt de keuze voor Anderson niet als een verrassing, want Fitzgerald heeft meermaals de loftrompet over zijn werk afgestoken. De beste roman die Anderson ooit heeft geschreven, is volgens Fitzgerald het in 1921 gepubliceerde en nooit naar het Nederlands vertaalde Many Marriages.
5. De hard-boiled detectiveroman De Maltezer valk (1930) van de Amerikaanse schrijver Dashiell Hammett welke aan de basis lag van het ontstaan en de grote doorbraak van het genre. In de roman volg je privédetective Sam Spade die samen met Miles Archer een detectivebureau heeft in San Francisco. In opdracht van een zekere juffrouw Wonderly moet Archer Floyd Thursby schaduwen, een man die zou weten waar haar vermiste zus is. Tijdens deze nachtelijke opdracht wordt zowel Archer als Thursby neergeschoten. De politie beschouwt hoofdpersonage Spade als hoofdverdachte waarna een hele reeks gebeurtenissen zich ontwikkelen. Het boek beïnvloedde niet alleen Fitzgerald, maar ook schrijvers als Raymond Chandler.
6. Het rood en het zwart (1830) van de Franse romantische schrijver Stendhal. De roman is een van de hoekstenen uit de geschiedenis van de moderne roman. In Het rood en het zwart bevindt de ambitieuze Julien Sorel zich in het benepen klimaat van de Restauratie, waarin de verkalkte Franse aristocratie krampachtig probeert haar oude rechten terug te winnen. Sorel werkt aan een carrière die hem zal doen stijgen op de sociale ladder. Voor iemand uit de lagere burgerij is dat een bijna onmogelijke opgave, maar met zijn superieure intelligentie en speculerend op de liefde van vooraanstaande vrouwen verzet hij zich tegen zijn lot. Als het niet in het rood van het soldatenuniform kan, dan maar in het zwart van de priestertoog.
7. Alle kortverhalen en novellen van de Franse schrijver Guy de Maupassant. En dat zijn er veel, want De Maupassant schreef in zijn leven meer dan driehonderd verhalen. Het is daarnaast ook niet verwonderlijk dat Fitzgerald het werk en de manier van leven van De Maupassant bewonderde, want net als Fitzgerald hield de Franse naturalist en volgeling van Émile Zola er namelijk een decadente levensstijl op na. Ook hadden beide auteurs een gelijkende kijk op de wereld; voor zowel Fitzgerald als De Maupassant was het leven een avontuur zonder doel en waren mensen nauwelijks beschaafder dan beesten.
8. Ook de kortverhalen van de Russische schrijver Anton Tsjechov behoren volgens Fitzgerald tot de meest essentiële literaire werken ooit geschreven. Daartoe behoren verhalen als ‘De dames’ (1886), ‘Paardendieven’ (1890) en zijn bekendste verhaal ‘De dame met het hondje’ (1899). In dat laatste verhaal schrijft Tsjechov over een plotselinge verliefdheid tussen twee getrouwde mensen tijdens een vakantie op De Krim. Tsjechov staat ook bekend voor zijn toneelstukken. In Tsjechovs fictieve werelden speelt de gewone Russische mens die tevergeefs droomt van een betere toekomst de hoofdrol.
9. Overwinning (1915) van de Pools-Engelse schrijver Joseph Conrad, die misschien wel bestempeld kan worden als de lievelingsschrijver van en het lichtende voorbeeld voor de schrijvers die tot de Lost Generation gerekend worden. Conrads verhalende stijl en de veelal anti-heroïsche personages beïnvloedden namelijk niet alleen Fitzgerald, maar ook schrijvers als Ernest Hemingway, James Joyce en Ford Madox Ford. Die laatste zag in 1923 overigens een droom in vervulling gaan toen hij mocht samenwerken met Conrad aan de roman The Nature of a Crime.
10. De roman De opstand der engelen (1914) van de Franse vrijdenker en Voltaire-adept Anatole France die in 1921 werd onderscheiden met de Nobelprijs. De hoogste literaire onderscheiding kreeg France “als erkenning voor zijn briljante literaire verwezenlijkingen, die gekenmerkt zijn door een nobele stijl, een diepgewortelde menselijke sympathie en een echt Gallisch temperament.”
11. Niet Het portret van Dorian Gray (1891) of De gelukkige prins (1888) maar wel de toneelstukken van Oscar Wilde moet je volgens Fitzgerald absoluut gelezen hebben. Daartoe behoren An Ideal Husband, Lady Windermere's Fan en The Importance of Being Earnest.
12. Toevlucht (1931) van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar William Faulkner. Deze roman speelt zich af in Mississippi in 1929, wanneer het algemene alcoholverbod nog steeds strikt wordt nageleefd. Op een verlaten zandweg botst een auto tegen een omgevallen boom. De inzittenden, de rijke studente Temple Drake en haar dronken vriend Gowan Stevens, zoeken hun toevlucht op een afgelegen boerderij. Te laat beseffen ze dat ze tussen een bende illegale drankstokers zijn beland, met de onsmakelijke Popeye als officieuze leider. Wanneer Gowan in paniek wegvlucht, valt Temple ten prooi aan de boze plannen van Popeye. Haar val in zijn smerige wereld is vlug en volledig. Toevlucht is het omineuze verhaal van de overwinning van het kwaad en is een van zijn bekendste en vooral bestverkochte werken. In de inleiding op de tweede druk gaf Faulkner indertijd toe dat hij Toevlucht doelbewust en om financiële redenen een sensatieroman had geschreven.
13. Het door Alexander Jessup samengestelde The Best American Humorous Short Stories (1915) vormt voor Fitzgerald als schrijver van voornamelijk korte verhalen een grote bron aan inspiratie en het boek lag dan ook regelmatig op zijn nachtkastje. De verhalenbundel geeft een overzicht van de belangrijkste Amerikaanse kortverhaalschrijvers van ongeveer 1830 tot 1915 en bevat verhalen van onder anderen Edgar Allen Poe, Mark Twain en Henry Cuyler Bunner.
14. Het enige non-fictiewerk dat op de lijst van Fitzgerald prijkt, is An Outline of Abnormal Psychology (1926) van de Britse psycholoog William McDougall waarin alle soorten neurotische en mentale stoornissen onderzocht en uiteengezet worden in de hoop en wetenschap deze beter te begrijpen en behandelen. Wie een beetje vertrouwd is met de persoonlijke geschiedenis van Fitzgerald en die van zijn vrouw Zelda, begrijpt waarom dit boek, voor die tijd een basiswerk, op zijn lijst staat.
15. Zuidenwind (1917) van de Schotse schrijver Norman Douglas over een fictief eiland Nepenthe aan de Italiaanse kust dat in het boek bezocht wordt door bisschop Heard van Bampopo om er zijn nicht te bezoeken. In het boek gaat Bampopo voornamelijk in gesprek met de vele inwoners van het eiland waaronder een grote groep Russen die onder leiding staan van een charismatische ex-monnik met een wonderlijk verleden, rijke expats, een bedreven hedonist en een alcoholiste met een exhibitionistisch karakter. Onderwerpen die aangesneden worden tijdens die gesprekken variëren van geschiedenis en kunst tot seksualiteit en eten, van heiligen tot hedonisten. Hoewel er ook een moord in het boek voorkomt, verguisden velen Zuidenwind door een gebrek aan plot. Dat werd volledig weggelachen door Douglas die verkondigde dat het boek uitsluitend plot was, waarmee hij zeggen wilde dat elke versimpeling in tekst te weinig recht doet aan dit fascinerende bestaan. Naast F. Scott Fitzgerald was ook Vladimir Nabokov grote fan van het boek.
16. De (jammer genoeg) enige vrouw in het overzicht van F. Scott Fitzgerald is de Nieuw-Zeelandse schrijfster Katherine Mansfield met Het tuinfeest en andere verhalen (1922). De verhalen van Mansfield zijn nauw verwant aan die van Anton Tsjechov, blinken uit in sfeertekeningen, maar tonen ook dat Mansfield oog voor detail had. De auteur onderhield nauwe vriendschappen met D.H. Lawrence, die haar in zijn bekende roman Liefde en vrouwen portretteerde als het personage Gudrun, en Virginia Woolf.
17. De klassieker onder de klassiekers Oorlog en vrede (1869) van de Russische schrijver Lev Tolstoj waarin hij schrijft over de oorlogen tussen Rusland en Frankrijk onder Napoleon en hoe die werden ervaren door vijf aristocratische families in Sint-Petersburg en Moskou.
18. Fitzgerald had ook oog voor poëzie en maakte in zijn overzicht plaats voor het werk van de twee Romantische Engelse dichters Percy Bysshe Shelley en John Keats. Welke gedichten je ook van ze leest, zegt Fitzgerald, ze zijn allemaal minstens even goed.
19, 20 en 21. De enige auteur van wie Fitzgerald expliciet meerdere werken op zijn lijst heeft gezet, is Marcel Proust. De Franse grootmeester prijkt maar liefst drie keer op het toch bescheiden overzicht dat Fitzgerald dicteerde aan zijn verpleegster. Specifiek gaat het om de eerste drie delen uit Op zoek naar de verloren tijd: De kant van Swann, In de schaduw van meisjes in bloei en De kant van Guermantes. In deze romancyclus wordt de lezer gevangen in een web van subtiliteiten, onvergetelijke personages, verfijnde ironie, glasheldere zinnen en messcherpe observaties. In De kant van Swann, het eerste deel van de cyclus, gaat de verteller herinneringsgewijs terug naar zijn jongensjaren en adolescentie. Hij vertelt over zijn initiatie in de liefde en in het complexe salonleven aan het einde van de negentiende eeuw, waarbij hij zich spiegelt aan de intrigerende figuur Charles Swann. De andere delen (in totaal zijn er overigens zeven) borduurt Proust daarop verder.
22. Het laatste boek op de lijst is Het verhaal van de oude vrouwen (1908) van de Britse schrijver Arnold Bennett. Net als de meeste van Bennetts verhalen en romans, speelt ook dit werk zich af tegen de achtergrond van de Potteries. Bennetts geboorteplaats Hanley maakte deel uit van de zogeheten 'six towns'. Dit gebied stond bekend als de Potteries, naar de voornaamste industrie van de streek, het pottenbakken. Het verhaal van de oude vrouwen schreef Bennett echter niet in Hanley maar in Parijs en bezorgde hem onverwacht internationale faam.
Benieuwd geworden naar één van de boeken uit het lijstje van F. Scott Fitzgerald? De meeste boeken zijn nog te verkrijgen in het Engels of het Nederlands. Andere zijn dan weer alleen tweedehands te vinden. De boeken van F. Scott Fitzgerald zelf kan je hier terugvinden. Hoe dan ook vinden we het natuurlijk leuk mocht je de boeken via onze onafhankelijke boekhandel bestellen. Kan je één van de boeken niet terugvinden in onze winkel of in de webshop of staat er dat het in bestelling is of tijdelijk niet leverbaar? Stuur ons dan een mailtje en dan gaan we voor jou op zoek.
Dit artikel werd geschreven door Jochen De Vos en gepubliceerd op 4 september 2024. Jochen is één van de twee gezichten achter Cosimo en de kans is groot dat je hem in Cosimo aantreft wanneer je een bezoekje plant. Wist je trouwens dat je in onze boekhandel een groepsportret van alle grote namen uit de Lost Generation kan zien hangen aan de muur? Een overzicht van de boeken geschreven door de schrijvers uit de Lost Generation vind je dan weer hier.